Category Archives: Vakantie 2012 – Alaska

Alaska avontuur – deel 5

De volgende ochtend zouden we nog een mooie wandeling gaan maken naar Lost Lake; en daarvoor moesten we vroeg opstaan. Echter, het weer gooide roet in het eten. Het was de hele nacht blijven regenen, en ‘s ochtends vroeg had Jan het weerbericht gecontroleerd; en dat gaf voorlopig nog wel meer regen aan, maar later op de ochtend opklaringen. Toen is besloten om niet de wandeling naar Lost Lake te gaan, maar eerst nog wat uit te slapen; om als het droog werd de tenten enzo in te pakken (dat wil je het liefst niet als het nat is, vooral omdat we ze niet diezelfde avond direct weer op zouden zetten, maar pas een aantal dagen later). Het werd dus een ontspannen ochtend; waarbij we rustig aan ontbeten (altijd weer knap hoe Jay al het eten bijzonder goed voor elkaar had, en nooit wat weg hoefde te gooien. Eten dat niet opgegeten werd, kwam automatisch terug als soep de volgende dag, of als vlees voor op brood, of wat voor andere creatieve manier dan ook), daarna inderdaad droog de tenten in konden pakken; en onze tassen voorzien van wat extra waterbescherming in de trailer konden doen. Lunchpakketje mee, en we gingen op pad naar Lowell Point. Dat ligt iets zuidelijker dan Seward; en verder dan dat kun je niet komen. Daar hebben we een prachtige wandeling gemaakt met wat lichte klimmetjes en dalen, om uiteindelijk bij een riviertje uit te komen (de Tonsina Creek) waarvandaan het pad niet verder ging. Althans, het ging wel verder, maar het bruggetje dat over deze rivier heengelegd was, is gesneuveld. En dus kun je niet oversteken zonder natte voeten. Het hele bosgebied waar we doorheen liepen bestond ook uit regenwoud (niet tropisch; dat dan weer niet), wat zich uit doordat je enorme groene pracht om je heen hebt overal. En je zag de vissen in de rivier zwemmen; erg bijzonder. De Tonsina Creek is een speciaal soort rivier met veel gletsjersmeltwater, dus de bedding is behoorlijk breed. Overal ligt grind, en de rivier zelf meandert zich daar een weg doorheen. Op het moment dat het lente wordt; en er ontzettend veel smeltwater afgevoerd moet worden, zwelt zo’n rivier dan enorm aan tot z’n totale bedding, en droogt dan vervolgens weer heel ander op. Helemaal aan het einde was een grote wijdse vlakte die uitkeek op de Resurrection Bay; met een hele hoop verzilte bomen. Die bomen zijn 27 mei 1964 allemaal de grond in gezakt, als gevolg van de enorme aardbeving (9.2 op de schaal van Richter, dat is krankzinnig) die Alaska toen trof. Omdat de grond “soepel” was hier, trilden de bomen vanzelf de grond in. Omdat hun wortels toen opeens in zout water terechtkwamen, zijn ze helemaal verzilt, en ziet het er nu uit als een soort ghost forest. Heel bijzonder om te zien, en ook heel bijzonder om te zien wat een bizarre krachten er in de natuur komen kijken. Hier hebben we ook onze lunch opgegeten en zijn langzaam teruggelopen naar waar we de bus hadden geparkeerd. Van daaruit moesten we nog een klein stukje weer terugrijden naar Miller’s Landing, waar we om half vier verwacht werden.

Om half vier zou daar namelijk een watertaxi vertrekken, waarmee we met z’n allen naar onze volgende bestemming zouden vertrekken. Toen het bootje aankwam, was het snel met z’n allen in een soort lange ketting zorgen dat alle bagage aan boord kwam (en toen bleek ook waarom we de tassen (spat)waterdicht moesten maken; alle bagage bleef buiten op het dek liggen. Toen dat voor elkaar was snel met z’n allen aan boord, klep omhoog (er zat een soort klep voorop de boot, die op het (kiezel)strand neergelaten kon, zodat je makkelijk op- en af kon lopen zonder al te natte voeten te krijgen), en aan boord. Niet iedereen paste op het bootje, dus er zijn een paar mensen met een losse kleinere (open) boot gegaan. Aan boord was het een gezellige bedoening met radio, vriendelijke bemanning, en vlot gingen we op weg naar ons doel: de Kayakers Cove. Daar waren we gisteren met de cruise al ongeveer langsgevaren, maar het huisje dat daar staat is goed verborgen, dus als je niet weet dat het er ligt, zie je het uberhaupt niet.

Aangekomen aldaar vormden we dezelfde ketting om alle bagage weer uitgeladen te krijgen, en konden we verkennen wat voor plek we terecht waren gekomen. Een vrij grote hut, houten palen, met een ontzettend gezellige grote benedenverdieping waar iedereen aan een grote tafel kon zitten, er was een keuken, er stonden banken, er stonden ladingen boeken, spelletjes, een grote haard, noem maar op. Erg gezellig. En erboven was een grote slaapzaal waar we met z’n allen konden slapen (nouja, allen, 12 man ongeveer, 4 mensen en de gidsen sliepen in een klein bijgebouwtje). Ook liep de eigenaar of de caretaker (ik ben vergeten welke precies) er ook nog rond met z’n hond, die was bezig met een overkapping van een trapopgang soms. Of soms zat-ie gewoon over de baai uit te staren. Dat laatste zijn meer mensen gaan doen toen we ons een beetje gesetteld hadden. Het was prachtig weer geworden, in de baai kabbelde zo links en rechts een golfje, prachtige bomen, vogels, noem maar op. De ultieme rust en relaxedheid begon nu echt toe te slaan. Ik had ook mijn telefoon inmiddels opgegeven; en gewoon maar uitgezet. Bereik was er toch niet, en een horloge of wekker was gewoon niet nodig.

De omgeving verkennen was ook een interessante uitdaging; want overal was er wel iets apart gemaakt. Zo was er een gezichtje op een boom gemaakt, etcetera. Het toilet was ‘gewoon’ een outhouse, maar wel een heel bijzondere variant: als je er op de pot zat (met geisoleerde wc-bril), keek je gewoon uit over de prachtige baai. Echt ver weg lopen kon je verder ook niet; want er was dan weliswaar een paadje verder omhoog de berg op, maar het werd afgeraden om daar op onderzoek te gaan. Er zit allerlei wild in de buurt; en het werd niet geadviseerd om daar in je up een stukje te gaan wandelen. Ohja, elektriciteit was er simpelweg niet; want wie heeft er nou elektriciteit nodig! Koeling van je etenswaren doe je maar met een koelbox vol met ijs; verlichting is niet nodig, want het is pas laat donker (en anders heb je kaarsen en dergelijke). Je leert op deze plek vooral heel erg blij te worden met heel weinig. Het spreekt voor zich dat we veel plezier en goede gesprekken met elkaar hadden op de veranda, aan de eettafel, etcetera. Op de slaapzaal was het wel slim om even aan m’n oordopjes te denken; maar was het na zo’n mooie dag weer prima slapen.

Weer een kort kaart-overzichtje:


View Alaska avontuur – deel 5 in a larger map

Alaska avontuur – deel 4

De volgende dag is iets minder uitgebreid te beschrijven. ‘s Ochtends bleek dat het weer wat wisselvalliger zou zijn dan de prachtige dag van gisteren, toen we de Harding Icefield Trail hebben gewandeld. Dat maakt de dag van vandaag erg geschikt om een lange boottocht te gaan maken op de Resurrection Bay. We trokken dus (na weer een lunchpakket gemaakt te hebben) naar de haven van Seward; waar we vervolgens al vrij vlot aan boord konden gaan. Er was ook een park ranger aan boord (want het gebied waar we doorheen zouden varen was wederom onderdeel van Kenai Fjords National Park) die veel toelichting kon geven op alles dat we zagen. De hoeveelheid dingen die we uiteindelijk op deze boottocht gezien hebben is echt immens; het begon met een zeeotter (met een inktvis op z’n buik – ze gebruiken hun buik als een soort van opbergplaats voor voedsel dat ze niet direct opeten, en zwemmen dus vervolgens een hele tijd op hun rug), later kwamen er zelfs orca’s voorbijzwemmen (prachtig, een heel gezin, dat met de voor orca’s typische vin van die prachtige boogjes maakte. De kapitein (die toch wel vaker zo’n tochtje maakt) kwam er zelfs hoogspersoonlijk voor uit de stuurhut om zelf ook naar de orca’s te kijken, zo dichtbij als wij ze gezien hebben zie je ze zeer zelden. Uiteindelijk zijn we via een klein stukje “echte” oceaan bij de gletsjer in de Holgate Arm terechtgekomen, waar we kennis konden maken met een gletsjer (ook weer een uitloper van hetzelfde Harding Icefield) die in zee uitmondde. Dat betekent concreet dat er dus met enige regelmaat een brok vanaf valt. Dat brok ziet er dan best klein uit; maar als je het enorme geraas en gedonder hoort waarmee dat gepaard gaat, besef je pas hoe immens groot zo’n gletsjer is. En die prachtige blauwe kleur die je steeds ziet! Het liefst zou je willen dat de boot urenlang bleef liggen daar.

In de buurt van de gletsjer drijven dan ook allemaal kleine ijsbergjes; het water zal er niet warm geweest zijn! Gelukkig zijn ze klein genoeg om geen Titanic-achtige taferelen te veroorzaken, want dat zou niet fijn zijn. Op de terugweg werden we ook nog getracteerd op een beer die een rondje op een kiezelstrandje aan het wandelen was, en, erg erg bijzonder: een bultrug die even met ons wilde spelen. Hij klapte z’n staartvin wel 20 keer op het water, en dat gaat ook met een behoorlijke kracht, en heftig geluid! Ook is het luchtgaatje waar ze mee ademen erg bijzonder om te zien; hoe daadwerkelijk het klassieke walvis-effect gewoon klopt; en er dus een vochtkrijg omhoogspuit als zo’n walvis uitademt. En bultruggen zijn -groot-. Ook zagen we nog berggeiten tegen hellingen aangeplakt staan (anders kun je het bij die beesten niet noemen, die staan op richteltjes waar je van denkt ‘euh….dat kan helemaal niet!’ Uiteraard was ook de vogelpracht enorm, ik heb nog nooit zoveel vogels bij elkaar gezien! Gelukkig waren er allemaal verrekijkers beschikbaar aan boord, zodat iedereen alles goed kon zien.

Eenmaal weer aangekomen in Seward was het weer wel wat meer betrokken; en hadden we te maken met regen die af en aan doorging. Dat maakt het kamperen toch weer heel anders; al konden we wel heel gezellig wat grote tenten snel opzetten om met z’n allen toch droog te kunnen eten. Mensen kropen deze ronde al vroeg in hun tent, en ik moest ook duidelijk nog even wat aan mijn grondzeiltje bijstellen, want anders zou een en ander binnenin toch wel nat worden, en dat was nu precies niet de bedoeling. Het is wel heel therapeutisch, regendruppels die op je tentdoek tikken.

Voor de volledigheid globaal de auto- en bootroute van vandaag:


View Alaska avontuur – deel 4 in a larger map

Alaska avontuur – deel 3

Na de eerste nacht kamperen was het op tijd opstaan. Jay houd van “Jay-coffee”, wat zoveel betekent dat het koffie is die op Nederlandse sterkte gezet wordt, en niet op Amerikaanse “oh, hier kun je doorheenkijken” sterkte. Een groot pluspunt dat door iedereen gewaardeerd werd! (En hij kwam nog bij Starbucks vandaan ook, deze filtermaling ;-)). Intussen luisterde Jan goed naar het lokale weerbericht om te bepalen wat het slimste was om die dag te gaan doen. Er werd gekozen voor het lopen van de Harding Icefield Trail; een wandeling waarin we ongeveer 1000 meter omhoog zouden klimmen langs een gletsjer. Een mooi begin dus! Omdat je onderweg niet even je koelboxen meeneemt (toch wat onhandig, de berg op), maakten we ‘s ochtends meteen een lunchpakket. Er was ook een overdaad aanwezig van allerlei trailmixen, snickers, noem maar op. Typisch allemaal bestaand uit een combinatie van chocolade en noten. Chocola voor de directe verbranding, en de noten voor het wat langere effect. Daar krijg je veel energie van als je die opeet! En energie heb je toch nodig, als je zo in ene de hoogte in gaat.

We begonnen met een autorit naar de voet van de Exit Glacier; waar we onderweg nog behoorlijk wat water tegenkwamen, er was behoorlijk wat smeltwater onderweg naar beneden, en de lokale rivier stond flink hoog. Maar we konden er nog succesvol langs; al zou het afwachten zijn hoe het aan het einde van de dag zou zijn! We parkeerden de auto’s aan de voet van de gletsjer bij een bezoekerscentrum. Daar werd afgestemd met de lokale park rangers (de gletsjer ligt in het zogenaamde Kenaj Fjords National Park; dat een groot deel van dit schiereiland omhelst) wat te adviseren zou zijn (niet in te grote groepen naar boven, om de natuur en het wild niet te veel te verstoren; maar ook weer niet met te weinig, want als je een beer tegenkomt, wil je niet met te weinig zijn). Uiteindelijk was het het makkelijkst om in 2 groepen naar boven te gaan. Jay zou als eerste gaan, met een “snellere” groep; en Jan zou daarna gaan met een wat “langzamere” groep. Onderling zouden ze contact houden met de portofoons, en hop, daar gingen we. Ik, optimistisch als ik was, vond dat ik wel in de snellere groep mee moest kunnen. Dat lukte, maar het begin was behoorlijk zwaar! Het tempo lag behoorlijk hoog; en als je dan continu flink aan het klimmen bent, merk je dat wel. En als er dan zweetdruppels in je ogen gaan prikken, is dat best onhandig. Het eerste stuk van de wandeling was flink bebost, dus bij elke bocht schreeuwde Jay “Hey, bear!” om duidelijk te maken dat er mensen aankwamen, zodat we ze niet zouden overvallen als ze per ongeluk om de hoek stonden. Aan de geuren te ruiken die we onderweg tegenkwamen is de kans groot dat ze zich daar inderdaad wat van aangetrokken hebben, en op een afstandje in de gaten gehouden hebben of we voorbijwaren, zodat ze daarna doorkonden met hun lievelingsmaaltje: allerlei soorten bessen. Op een gegeven moment kom je boven de boomgrens (die ligt in Alaska niet bijster hoog), en dan kijk je uit over enorme weidse gezichten met veel struiken, enorm veel bloemenpracht, en links en rechts nog wat sneeuw. Jawel, in juli. Sterker nog, het bleek dat een paar weken eerder die hele vlaktes nog onder de sneeuw lagen, en dat in de tussentijd de bloemen dus snel gegroeid waren. De zomer is er kort, maar krachtig, zoveel is duidelijk!

Jan moest helaas op een gegeven moment afhaken; hij was eigenlijk toch nog te ziek om zo’n wandeling te gaan maken, dus hij was genoodzaakt om in z’n eentje terug te keren; en bij te komen beneden. Dat was wel een zorgelijk moment, want hij moest dus alleen door het “beren”gebied; en Jay kreeg nu de verantwoordelijkheid voor de hele groep (16 man), wat ook niet ideaal was. Inmiddels was het al tijd geworden om onze lunch op te eten; terwijl Jay de rest van de groep naar boven gidste bleven wij wachten. Daarna konden we door het wat opener gebied meer ieder op z’n eigen tempo door verder naar boven. En toen we eenmaal boven waren, was de beloning groots! We waren natuurlijk al de hele tijds langs een gletsjer omhoog gelopen; met mooie uitzichten tussendoor, maar het uitzicht boven werd beloond met een compleet enorme ijsvlakte, die sinds de laatste ijstijd in ieder geval nooit meer ontdooid is geweest, dus niemand weet precies wat er nou onder zit. Slalommend over een pad dat soms over de sneeuw, soms over de rotsen liep kon je nog een heel eind doorwandelen richting een bepaalde hut; alwaar we allemaal op elkaar gewacht hebben. We waren er. En omdat de beloning zo ontzettend prachtig was, vergeet je alle moeite die je moest doen om omhoog te klimmen hier naar toe.

Na een tijdje daar zinloos over de ijsmassa’s uitgestaard te hebben, de altijd prachtige verhalen van Jay aanhorend (hij zat graag op z’n praatstoel; en heeft in zijn leven duidelijk de meest bizarre dingen meegemaakt), moesten we langzaam maar weer eens aan de afdaling gaan beginnen. In het begin doe je rustig aan, test je even uit hoe goed je grip is op de ondergrond, en gingen we naar beneden. Omdat je er feeling mee krijgt gaat het tempo langzaam omhoog; en als je beneden uitkomt, merk je dat je in een fors tempo doorgelopen bent. De afdaling gaat dan ook een -heel- stuk makkelijker dan de klim, zoveel was helder!

Eenmaal beneden aangekomen bleek Jan gelukkig weer wat opgeknapt; en zijn we naar Seward zelf gereden. Dat is een klein stadje aan het water, maar cruiseschepen blijken daar ook langs te komen. Wat bleek: de “Zaandam” van de Holland America Line lag daar voor anker. En dat is wel een raar gezicht, midden in Alaska zo’n enorm schip te zien liggen. Diverse mensen hebben gepind; ik heb nog een mooie muts gekocht (toch wel erg handig daar), en we hebben gekeken bij de plek waar je je zelfgevangen vis voor je kan laten fileren. Daar hingen me toch een paar grote jongens aan de haak, ongelooflijk! Everything is big in Alaska, en dat wat een waarheid als een koe.

Terug op de camping heeft Jay voor ons overheerlijke steak bereid (weer op ‘t vuur, een soort bbq-achtige contructie ontstond vanzelf); en daar was het erg geestig om te zien hoe niet iedereen het fenomeen ‘steak’ goed snapte. Well done is echt niet een optie die je ook maar wilt proberen, maar al hoofdschuddend werden er toch een paar bereid. Ik denk dat die mensen spijt gekregen hebben ;-) De groep werd steeds gezelliger; dat ging eigenlijk precies zoals je mag verwachten. De routine van het ‘in de wildernis’ kamperen bleek ook langzaam al bekender te worden, nu ging het vuur niet bijna direct uit toen iedereen z’n tanden ging poetsen bij het vuur; etcetera. Het slapen ging ook een stuk beter, ik had natuurlijk er eerder aan kunnen denken om oordopjes in te doen. En na zo’n inspannende dag slaap je vanzelf goed!

De kaart van vandaag ziet er als volgt uit:


View Alaska avontuur – deel 3 in a larger map