Alaska avontuur – deel 8

Dit was duidelijk weer een lokatie waar het hele fenomeen tijd en dergelijke niet relevant zijn. Er was 1 uitzondering ten op zichte van de vorige keer: er was stroom. Weliswaar moest er daarvoor een generator worden opgestart; maar de enige praktische reden dat je stroom nodig had, was dat de waterpomp die aanwezig was om het water omhoog te pompen (het huisje lag op een heuveltje), op elektriciteit werkte. Concreet ging ‘s ochtends de generator even aan om de accu’s op te laten, en dat was het wel weer. Verlichting en dergelijke werkte gewoon netjes op gas. Het chalet was heel Oostenrijks ingericht, je waande je bijna in de Alpen. De reden hiervan was ook wel vrij logisch: het is ooit gebouwd door een Oostenrijker. In de zomer is het erg lastig te bereiken, de enige manier om er te komen is lopend. In de winter gaat dat allemaal iets makkelijker, omdat dan alles bevroren is, en vol ligt met grote hoeveelheden sneeuw. Dan is het een kwestie van de sneeuwscooter volladen, en gaan. Daarom hoefden we alleen maar de verswaren mee te nemen hier naar toe; van de bulkspullen waren er grote voorraden, die dan ‘s winters steeds weer aangevuld worden. Denk aan rijst, pasta, etcetera.

De volgende ochtend hadden we daar meteen profijt van, want we kregen pannekoeken voor ontbijt. Dat ging er uiteraard wel in! Nadat we op ons gemakje dat allemaal hadden opgegeten, was het tijd voor een stukje wandelen. Dat was een interessante uitdaging, want er waren geen wandelpaden. Dan kom je dus uit op iets dat ‘bushwacking’ gedoopt is, wat concreet neerkomt op: als je linksaf wilt, ga je linksaf. Je loopt dan dus dwars door alles heen; uiteraard wel via de weg van de minste weerstand. In de bosachtige gebieden, waar je door de struiken enzo moet, probeer je dan wat wildpaden te volgen, en op de meer toendra-achtige stukken probeer je vooral breeduit te lopen, om niet een vast pad uit te slijten, want daarmee beschadig je dan te veel. Het was echt prachtig om zoveel mooie natuur zo dichtbij te zien! Je ontkwam er niet aan om links en rechts een orchidee plat te stampen, zoveel als er stonden.

We vonden ook een bijzonder kikkertje, de zogenaamde ‘wood frog’, die de bijzondere eigenschap heeft in de winter in te vriezen, en dan in de lente weer te ontdooien. Dat gaat bij niet veel levende wezens goed, zeg maar, maar dit beestje kan er tegen. Ook troffen we weer diverse wildsporen aan, burchten van bevers, en ook heel veel werk van ze (complete dammen met alles erop en eraan), dus het was prachtig. En uiteraard regelmatig een mooie blik op Denali.

De rest van de dag stond in het teken van ontspanning. Sommige mensen klommen in een kano om een rondje over het bijgelegen meer te maken; sommigen gingen zelfs zwemmen. Met een boek in het zonnetje vaker naar Denali staren dan naar de bladzijdes in het boek was de invulling die ik er zelf aan gaf. ‘s Avonds stookten we een mooi kampvuur, en konden we wederom genieten van een prachtig wolkenvrij uitzicht op de drie grote bergen die je naast elkaar aan de horizon zag: Mt Foraker (17400 ft/5304 m), Mt Hunter (14573 ft/4442 m) en Denali (20320 ft/6194m). Ze torenden met een compleet witte bovenkant uit boven alle andere bergen, en vormden een prachtig decor. Toen aan het einde van de avond, of eigenlijk, begin van de nacht, de zon onderging, gaf dat een prachtig kleurenspel. We konden tevreden gaan slapen.

Het kaartje vandaag stelt niet zoveel voor, vooral omdat de rondwandeling niet veel meer dan een educated guess is.


Alaska avontuur – deel 8 weergeven op een grotere kaart

Alaska avontuur – deel 7

Voordat ik verder ga met het vertellen van de volgende dag; wil ik eerst nog even vertellen dat ik blij ben met alle fijne respons van jullie! Dat motiveert heel erg om dit vol te houden.

Wat ik nog vergeten was te vertellen over de vorige dag; is dat we daadwerkelijk een aardbevinkje meegemaakt hebben. Niets spannend, maar we waten ‘s avonds met z’n allen te eten, en toen voelde we dat er iets trilde. Althans, niet iedereen voelde het, maar toen het voorbij was, en ik zoiets had van: hmm, wat was dat voor iets raars? Nou, het zal wel, vertelde een van de gidsen dat we zojuist een klein aardbevinkje meegemaakt hadden. Heel apart. In feite hebben we er wel heel veel meer dan 1 meegemaakt (want je zit in een gebied dat nogal seismisch actief is); alleen de meesten zijn zo klein dat je ze simpelweg niet voelt.

De volgende ochtend was het op tijd opstaan, ontbijten, spullen inpakken en verzamelen, want de watertaxi zou om 8 uur ons weer op komen pikken. Nu was het wel 8 uur ‘Miller time’ wat zoveel betekende dat het ook 7 uur of 9 uur kon worden. Tevens moesten we zorgen dat we voor 2 nachten aan spullen bij ons in de dagrugzak zouden pakken (inclusief eventueel douche-spul; want de volgende lokatie had een douche! Gekkenhuis!), omdat we het laatste stuk naar de volgende overnachtingslokatie lopend af zouden leggen. De watertaxi was gelukkig niet al te veel te laat; en toen was het spullen inladen (de fameuze ketting weer); aan boord, en met z’n allen weer terug naar Miller’s Landing bij Lowell Point. Toen we alles weer netjes in de trailer gestopt hadden (of beter: Jay z’n logistieke wonderkunsten daar op losliet, rekening houdend met spullen die er als eerste weer uit zouden moeten), konden we vervolgens instappen voor een lange, lange rit. Eerst reden we weer terug richting Anchorage; waarbij we op dezelfde plaats als op de heenweg even een sanitaire stop gemaakt hebben, we de hoeveelheid alcoholische versnaperingen voor bij het kampvuur konden aanvullen, en weer door.

Rond de lunchtijd waren we weer terug in Anchorage; en het feit dat er dan opeens meer mensen dan alleen ons groepje rondlopen, andere auto’s rondrijden en meer van zulks is even vreselijk wennen na de afgelopen dagen. We werden gedropt bij een stripmall waar een grote outdoorshop (REI), een boekwinkel, een paar cafeetjes, etcetera zaten, zodat iedereen die dat wilde zich daar het komende uur makkelijk zou kunnen vermaken. De groep splitste zich al snel in hapklare brokken naar de diverse winkels; maar het eindresultaat was wel dat iedereen alle winkels gezien had, en een lekkere lunch genuttigd had. In de tussentijd regelden de gidsen verse benzine, vers eten, en meer van dat soort praktische zaken.

Na Anchorage reden we verder door naar het noorden. Eerst door Wasilla heen; een plaatsje dat bekend staat om de zogenamade Wasillabillies. Kent u de Hillbillies? Juist; niet al te intelligent volk. In Alaska hebben ze zich verzameld in Wasilla; en heten ze Wasillabillies. Er zijn zelfs speciale bumperstickers te krijgen dat je levend door het stadje heengekomen bent; dat zegt wel wat. Ohja. Wasilla is het stadje waar Sarah Palin burgemeester van geweest is en nog steeds woont. Het aantal kogelgaten in verkeersborden is in Wasilla daarentegen niet heel veel groter dan in de rest van de staat; maar dat komt puur omdat ze niet zo goed kunnen mikken. We konden goed doorrijden, en de sfeer in de bus was gezellig. Er werd weer veel muziek gedraaid, Jay vertelde de meest prachtige en bizarre verhalen (zo is hij in de lente bijna onder het ijs blijven hangen; toen hij z’n hond probeerde te redden die door het ijs gezakt was. Puur doordat-ie ooit survival-training gehad heeft, is-ie weer boven het ijs uit gekomen, met hond en al. En dat op een plek die totaal niet bereikbaar was vanaf de buitenwereld (het ijs was inmiddels te dun om een vliegtuig op te laten landen), dus dan ben je echt 100% op jezelf aangewezen). En daar was-ie dan vrij nuchter onder; maar ik vond het nogal wat.

Omdat we behoorlijk op tijd waren hadden we voldoende tijd om nog even in Talkeetna te kijken. Het is een vrij toeristisch dorpje (dat komt door de aanwezigheid van de Alaska Railroad); maar we hadden vanuit het dorp wel een prachtig uitzicht op Denali, voor het eerst deze keer. En op de Susitna River; een van de grotere rivieren in de staat, al is het maar een miniriviertje vergeleken met de machtige Yukon. Van daaruit reden we weer terug om uiteindelijk bij Trapper Creek in een soort roadhouse wat te gaan eten; in verband met de lange reis was er deze dag geen gelegenheid om zelf te koken. Velen hadden daar erg spijt van; het eten was prima binnen te houden, maar haalde bij lange na de kwaliteit van onze eigen kok niet. En het toetje (een of andere jello-ding) was voor velen een uitdaging. Maar ze hadden er koud bier; dus och…

Van daaruit gingen we een klein stukje terug, om vervolgs onze eerste echte dirtroad te pakken. Concreet betekent dat dus dat je een stuk langzamer rijdt; en dat de stof- en grintdampen je om de oren vliegen. Bumperkleven is een probleem dat op dergelijke wegen totaal niet bestaat; je zou wel gek zijn als je dat zou proberen! Het hobbelde en schudde allemaal behoorlijk; echt heel comfortabel was het niet. Onderweg wel nog een keer een fotostop gemaakt; omdat -de- berg (Denali in de volksmond / Mount McKinley op de kaart) weer zichtbaar was. Er was ons duidelijk gemaakt dat de kans dat je ‘m wolkenloos zou kunnen zien bijzonder klein was, maar dit was al de tweede maal vandaag. We prijsden onszelf gelukkig! Uiteindelijk kwamen we bij een grotere grintbak aan, waar we de auto’s parkeerden. Daar was het tijd om de bagage op onze rug te gooien, waarbij de gidsen nog even wat extra meenamen (want het verse eten moest ook meegesleept), en was het tijd om het laatste avontuur van de dag te beginnen: een wandeling van ongeveer een uur door de toendra en de wildernis heen, op weg naar onze volgende overnachtingslokatie.

Na zo’n lange reisdag werden we al vrij snel jolig, dus kwamen er allemaal wandelliederen naar boven; dus bang zijn voor beren en ander wild (elanden bijvoorbeeld) hoefden we niet te zijn, ik vermoed dat ze ons al van grote afstand aan hoorden komen. Wel hebben we verse pootafdrukken van een eland gevonden in de modder op het pad (het is toendra, dus altijd vochtig, omdat het water niet weg kan. De laag eronder is simpelweg nog helemaal bevroren, en zal dat ook wel blijven, het heet niet voor niets permafrost). Uiteindelijk kwamen we bij een klein riviertje, of een forse beek, net hoe je het noemen wilt, aan. Daar lag een kano (geen kajak) op de kant, waar 1 van de gidsen mee naar de overkant peddelde. Aan de overkant lag een soort vlot, waar je met een aantal mensen tegelijk op kon staan, en door aan een touw te trekken, kon je jezelf naar de overkant halen. Op die manier zijn we met z’n allen in een paar etappes naar de overkant gegaan. Gelukkig hadden we geen geit, kool en wolf bij ons, anders was het nog een lastige puzzel geworden aan het einde van de dag.

‘s Avonds was het verder relaxen, bedden opmaken in het chalet (de bovenetage was opgedeeld in slaapkamers met stapelbedden; beneden was een gezellige huiskamer, in Oostenrijkse stijl), en vooral: douchen. Dit was de eerste lokatie waar dat een beetje met comfort kon (nouja, het water had 2 standen: kokend heet of loeiheet) kon. Dat was dus een mooie filevorming; maar dat gaf niet.

De uitgebreide route van vandaag: (zoom vooral in voor details; het is nogal een afstand in totaal)


View Alaska avontuur – deel 7 in a larger map

Alaska avontuur – deel 6

Na een goede nacht slapen stonden we de volgende ochtend al op tijd weer op. Na het ontbijt (dat we veelal met zaken als vruchtenyoghurt en muesli-achtige zaken regelden, en veel fruit) was het weer tijd om een lunchpakket samen te gaan stellen, want vandaag zouden we er weer op uit trekken. Al redelijk op tijd kwam de watertaxi weer aanleggen; met een enorme hoeveelheid kajaks aan boord. Die moesten allemaal worden gelost; samen met een paar gidsen/instructeurs. We zouden namelijk gaan kajakken deze dag! Hier had ik van te voren stiekem een beetje tegenop gezien, kijkende naar mijn kano-ervaringen uit het verleden (ik weet dat er nu een paar mensen zitten te gniffelen terwijl ze dit lezen; maar je moet denken aan dat het dus prima mogelijk is om met je kano op de kant van een rivier gezet te worden als er een boot met grote boeg- en hekgolf voorbijvaart). Maar goed, dit was toch duidelijk een ander verhaal: dit waren zeekajaks. Dat betekent dat ze in principe dicht zijn, en zelfs een klein roer hebben. Het is ook verstandig om een zogenaamd ‘sprayskirt’ te dragen, die je dan om je midden heendoet, en die aan de boot vastgemaakt kan worden. Er zit een ‘handvat’ aan de voorkant ervan, zodat je jezelf snel los kunt trekken voor het geval je omslaat. Dat kan, al is de kans erop bijzonder klein. De kajaks zelf zijn volledig van een hard plastic, en blijven erg goed drijven.

Eerst kregen we uitgebreid instructies over al deze zaken, en ook hoe het roer precies werkte. Degene die achterin de boot zat (we hadden 2-persoons-kajaks) had bij z’n voeten 2 ‘pedalen’ zitten, en daarmee kon je het roer bedienen, dat met touwen dan verder gestuurd werd. Dat was bij mij (vanwege m’n gewicht mocht ik achterin) nog wel een uitdaging, omdat mijn beenlengte daar eigenlijk -net- iets te groot voor was. Maar goed, met wat proppen en alles zat ik. Inschepen ging overigens gewoon op de kant zelf, je hoefde geen acrobatische toeren uit te halen op een al drijvende kano. En dat scheelde heel erg veel! Toen iedereen eenmaal zat, peddels had, werden de eerste boten het water ingeduwd. Daar blijf je dan drijven, en krijg je meteen te maken met de kleine golfjes die de zee natuurlijk altijd wel heeft. Al snel blijkt dat dat allemaal wel meevalt; en zeker als je met de punt in de wind gaat liggen is er niets aan de hand. Toen alle boten eenmaal in het water waren, gingen de gidsen zelf ook het water in met hun bootjes.

Langs de beschutting van de baai peddelden we vervolgens rustig een tijdje voort, en dat is echt werkelijk prachtig. Je ziet de meest bijzondere dieren (tot en met zeesterren aan toe) in en om het water heen, en omdat je geen motor of iets anders hebt, is het echt heerlijk rustig en sereen stil. Wat was dat ultiem ontspannen! Van alle eerdere peddel-angsten was weinig meer over, dit was puur genieten. We gingen uiteindelijk richting de zogenaamde Humpy Cove, waar aan het einde een strandje was. Daar meerden we aan; en konden we een kleine wandeling maken naar een prachtige waterval die daar naar beneden kletterde. Het was wel even uitkijken, want ik had m’n normale schoenen aan; en die hebben beduidend minder grip dan m’n wandelschoenen, en de stenen waar we overheen moesten waren behoorlijk nat.

Daarna gingen we door naar een ander kiezelstrandje aan de overkant van de baai, meerden daar aan, en gingen met een prachtig uitzicht lekker in de warme zon zitten lunchen. In de tussentijd kwam daar de watertaxi weer aangevaren, om een hele stapel kajaks en een klas met scouting-achtige kinderen (en begeleiding) af te zetten. Die gingen die middag duidelijk ook het water op. Dat was wel grappig om te zien hoe er dappere poging door de leiding gedaan werden om alle kids in het gareel te houden. Het duurde derhalve best lang voordat ze allemaal weer up & running waren. Omdat wij inmiddels al heel ‘ervaren’ waren in het instappen; werd er even overlegd onderling wie er als eerste ploeg weer zou gaan vertrekken, en dat werden wij dus. Al snel lagen we allemaal weer in het water. We zouden nog een rondje om een klein eilandje maken, en van daaruit weer terug naar de Kayakers Cove. De wind begon inmiddels ook langzaam maar zeker wat op te spelen; dus de golven begonnen nu daadwerkelijk aanwezig te worden. Langzaam werden ze steeds hoger en hoger, maar omdat we inmiddels wisten hoe we daar mee om moesten gaan, kwam dat vanzelf weer goed. Op een gegeven moment gleden de pedalen van het roer toch onder m’n voeten vandaan (oeps); en kreeg ik ze niet zomaar weer goed. Gelukkig betekent dat niet dat je compleet stuurloos bent, maar in combinatie met de wind en de golven was het niet helemaal handig. Als we dan een keer wat afdreven, kon je door wat gericht peddelen je koers weer op orde krijgen. Alleen je snelheid is er dan even volledig uit, dus het was wel hard werken. En als er dan zo’n golf van een meter hoog voorbij komt, wordt je toch wel een beetje nat. Maar we hadden lol, dus ik vond het allemaal niet zo erg.

Uiteindelijk kwamen we moe maar voldaan weer terug bij de Kayakers Cove. Daar werden alle kajaks weer bij elkaar gelegd, en kwam na een half uurtje ofzo de watertaxi weer om alles weer op te halen. Intussen hoorden we via de radio die ze allemaal bij zich hadden dat de groep die we eerder gezien hadden daadwerkelijk iemand in z’n midden had die omgeslagen was. Het was nummer 3 in het hele jaar tot nu toe; zo vertelden ze. Het was overigens 1 van de begeleiders, en niet een boot met de kinderen erin, wat ons verder wel geruststelde. Er waren ook meteen al warmhoud-folie-spullen en alles geregeld, zo konden we horen.

De rest van de middag en avond bestond uit heerlijk voor ons uitstaren over de baai heen, een boek lezen, een drankje drinken, etcetera. Heerlijk ultiem ontspannen. Deze dag had ik mijn camera niet meegenomen de boot in (de kans dat-ie erg nat zou worden was natuurlijk best aanwezig); dus niet al te veel foto’s deze ronde.

Uiteraard wel nog een klein kaartje:


View Alaska avontuur – deel 6 in a larger map