Nashville – mixed feelings

Ha,

Nashville levert gemengde gevoelens op. Aan de ene kant is het overduidelijk dat ze zich Music City noemen, en daar ook ontzettend veel mee proberen te doen, maar aan de andere kant had ik stiekem een wat bredere invulling van het begrip ‘music’ gehoopt dan alleen maar country, weliswaar in alle soorten en maten, maar het blijft enkel country, country, country, en nog eens country.

Kwa organisatie is het ook een intrigerende stad. Downtown heb je dan een paar straten waar de look & feel ‘protected’ zijn, en dat zijn de straten met alle barretjes erin, waar elke jojo met de banjo ‘s avonds en overdag ook aan het optreden is. Maar die panden zelf, ze mogen dan beschermd zijn, een beetje ‘vergane glorie’-gevoel krijg je er wel bij. Veel dichtgetimmerde bovenetages; een likje verf kan geen kwaad, dat soort dingen. En overal wel schreeuwerig Neon. En als je dan naar binnengeglipt; zo’n bandje meepikt, en weer naar buiten gaat, en je doet dat een paar keer, dan voelt het een beetje als ‘is dit het nou?’. Je kunt overigens wel prima eten, dat moet gezegd. En het uitzicht wordt nog wel ‘opgeleukt’ met het een en ander aan wolkenkrabbers; dus om dat nou ‘beschermd’ te noemen… parkeren gaat prima, er zijn 545426244264246 parkeergarages, maar je betaalt je wel blauw. Maar goed, dat hoort erbij, bij een grote stad, dus dat doen we dat maar :)

Wat wel verder interessant en boeiend was is dat ik gisteravond naar de Grand Ole Opry ben geweest; die een Bill Monroe-memorial deden. Bill Monroe wordt wel de ‘uitvinder’ van de bluegrass-stroming genoemd, en er waren gisteravond maar liefst 8 bands die elk een kwartier radiouitzending mochten opvullen; bij elkaar dus 2 uur show. Die Grand Ole Opry is een show die al vanaf heul vroeger (ik meen 1927 ofzoiets) dingen de AM-ether inslingert, en waar alle grote country-helden van vroeger en nu op het podium komen te staan. Daar zaten in dit geval hele oude knarren tussen (iemand van 83, die nog met z’n boots en stetson (en nog net niet een rokend pistool) en steelguitar het podium op komt strompelen, maar wel een stevig stukje speult), tot en met heel jong spul, dat net helemaal de (country-)wereld aan het veroveren is. Maar het geheel was wel bijzonder commercieel te noemen. Alle tekst tussen de optredens door bestond ofwel uit een reklamespot, ofwel uit een voorgelezen reklame door de presentator van dienst. En alle microfoons voorzien van ‘WSM Grand Oly Opry’-banners, enzovoorts.

Vandaag ben ik verder ook nog de Country Music Hall of Fame en bijbehorend museum ingeweest, net als het Ryman Auditorium. Die laatste plek is de oude huisvesting van de Grand Ole Opry voordat ze verhuisd zijn naar een eigen (zeer commercieel uitgevoerde) Opryhouse op Opryland. Dat museum was wel interessant; daar is het hele ontstaan van vroeger tot nu in beeld gebracht; maar wel heel duidelijk met een country-focus. De hele folk-hoek is nogal onderbelicht (sowieso in deze stad), zodat bijvoorbeeld de Dylans van deze wereld nauwelijks aan bod komen (1x in een televisie-moment dat-ie te gast is in de tv-show van Johnny Cash en dat ze samen een liedje speul’n), net als allemaal andere helden die meer in de folk-hoek liggen.

Al met al, dus gemengde gevoelens over deze stad.

Chattanooga – Athens

Hoi allemaal,

Ik ben inmiddels gearriveerd in Nashville, maar heb in de tussentijd niet bijster veel gezocht naar internet (en dus ook niet gevonden). Hier staat er weer een oud barrel bij de receptie (nouja, adt moet het voorstellen…het is niet veel soeps, maar goedkoop :), dus dat misbruiken we dan maar even.

Goed, ik was gebleven bij mijn laatste avond Atlanta. De volgende dag kon ik om 14.30 uur mijn auto ophalen op het vliegveld; en moest ik om 12.00 uur uitchecken uit het hotel. Dat werd dus een beetje uitslapen; spulletjes bij elkaar pakken, en langzaam maar zeker richting marta-station, om de trein naar het vliegveld te pakken. Dat ging allemaal nogal voorspoedig, dus was ik ruim van te voren aanwezig. Toen maar gewoon lekker op een bankje in het zonnetje gezeten, kijken naar opstijgende vliegtuigen (en dat zijn er nogal wat….). Toen stond ik stipt op tijd bij de balie van Alamo, deze ronde. Die probeerden me natuurlijk nog weer allemaal extra’s aan te smeren, maar daar heb ik voor gepast. Toen met de bus naar de verhuur zelf, waar het 1 grote gecombineerde toestand was tussen Alamo aan de ene kant en National aan de andere kant. Ik vond het maar verwarrend. Verder was het vorige keren zo dat je dan bij een balie je kenteken doorkeeg, en waar het ding geparkeerd stond. Niets was nu minder waar: je liep naar de categorie die op jou van toepassing was, en dan pak je maar een auto. Voor de zekerheid dat nog even binnen nagevraagd, maar zo werkte het echt. Raar, maar ok. Bij de afdeling ‘compact’ was het makkelijk kiezen: op deze plek stond er maar liefst 1tje. Een Pontiac G5, antraciet. 2-deurs, en met een enorme spoiler achterop. En een nummerplaat wederom uit een staat waar ik nog niet geweest ben (en wellicht ook niet ga komen, dat weet ik nog niet): Florida. Het moet allemaal niet gekker worden :) Er was meer dan genoeg been- en hoofdruimte, cruisecontrol, airco, etc, alles erop en eraan. Daar maar mee gaan rijden, en dan kom je in het woud van wegen rond het vliegveld van Atlanta terecht. Horror! Ik wilde een hele slag naar het noorden maken, kijken of ik Chattanooga zou kunnen halen die dag; ondanks dat het natuurlijk al relatief ver in de middag was. Ik de snelweg op; dat ging prima. Maar voordat ik het doorhad zat ik op een ‘exit only’ rijstrook, en kon ik er alleen nog maar weer af. Oeps. Het was een hele rare plek, dus echt keren wilde niet, dus maar een beetje gaan rondcirkelen. Dat werk meer rondcirkelen, en nog meer…en nog meer… ik was het spoor een beetje bijster. Totdat ik doorhad dat ik langzaam maar zeker ook richting het noorden ging, omdat ik stomgenoeg stationsnamen van Marta-stations herkende. Op een gegeven moment kreeg ik ook weer grotere en bredere wegen te pakken; en vanzelf kwam ik ook weer bij de snelweg terecht. Die weer opgereden, en toen stevig door naar het noorden. Chattanooga heb ik nog gehaald, gelukkig. Daar een motel opgesnord, en vervolgens wat gegeten bij een Applebee’s, of iets vergelijkbaars. Niet slecht, niet duur, en dichtbij. Kortom, prima.

Vervolgens de volgende dag besloten de omgeving wat te verkennen, want daar waren toch wel een paar dingen die meer dan de moeite waard zijn, zoals de ‘Ruby Falls’, een waterval van een meter of 40-45 hoog, die -binnenin- een berg zit (de zgn. Lookout Mountain). Heel erg bijzonder, en erg indrukwekkend en mooi om te zien. Ook ben ik nog naar zgn Rock City gegaan. Dat heeft echter niets met gitaargeweld te maken, maar met stenen. Er lag een rotstuin ook verderop bovenop die berg, en die was -erg- mooi aangelegd, met allemaal aparte planten, en een uitzichtsplateau waarvandaan je 7 staten kunt zien: Georgia, Tennessee, North Carolina, South Carolina, Alabama, Kentucky, Virginia. Das best veel. Een belangrijk punt ook tijdens het uitvechten van de Civil War. Toen ben ik downtown Chattanooga gaan verkennen, met allemaal oude en nieuwe bruggen over de Tennessee River, en ook het beginpunt van de vreselijke Trail of Tears. Heel zuur, het monument dat daar aan gewijd is, is alweer enige tijd stuk, kapot, etcetera. En het repareren heeft duidelijk niet de hoogste prioriteit…jammer. Toen een restaurantje daar opgezocht, en ook daar weer goed gegeten. De tank nog even volgegooid (vlak bij mijn motel was een tankstation met benzine, altijd handig. Je ziet onderweg wel -erg- veel gasstations die benzineloos zijn (plastic zak over de vulslang heen), maar er zijn er als je zoekt ook wel genoeg te vinden waar je gewoon kan tanken. Ik heb dat nu 2x gedaan, 1x voor 3.99/gallon, en 1x voor 3.49/gallon. Dat valt dus ook nog wel mee, de 4-dollar-grens is nog niet overschreden :)

De volgende dag (gisteren dus) ben ik vanuit Chattanooga naar het oosten gereden, om via Cherokee National Forest naar de Cherohala Skyway (zoek maar op google maps) te rijden. Die was -zeer- indrukwekkend. Het heeft 30 jaar geduurd om het ding aan te leggen, er zijn ontzettend veel tax dollars ingestoken, maar ik vond het prima er over heen te mogen en kunnen rijden. De bomen beginnen al heel duidelijk een herfst-deken over zicht uit te spreiden, met als gevolg dat het erg erg, erg, erg fraai uitziet allemaal. Veel gestopt, veel plaatjes gemaakt, erg genoten. Klaar met die rondrit (in totaal toch wel een 250 mijl ofzo, dat viel niet tegen) ben ik in Athens, TN uitgekomen. Daar weer snel in de buurt wat gegeten.

Vandaag ben ik vanuit Athens, TN weer via binnendoorweggetjes naar Nashville toegereden; en daarbij de tijdszonegrens van Eastern naar Central gepasseerd. Het grappige is dat ik onderweg geen enkel bord ben tegengekomen dat dit aangaf; ik zag op de kaart dat het zo was aan de plaatsnamen die ik onderweg tegenkwam. Bij Murfreesboro had ik de binnendoorweggetjes wel gezien, en ben ik via de interstate doorgereden naar Nashville, alwaar ik nu vanmiddag een motel voor 3 nachten geregeld heb; en ik de komende dagen dus Nashville onveilig ga maken.

Later wil ik overigens nog routes op google maps aangeven, foto’s bijplaatsen, en meer van dat soort zaken; maar dat komt waarschijnlijk pas als ik weer thuisben. Dus dan moeten jullie het verhaal dan nog maar een keer doorlezen, haha.

Reacties zijn zeer welkom (dank, reageerders, als je dat al gedaan hebt! Leuk!); je mag ze ook mailen als je dat niet via de blogspot wilt doen, uiteraard.

Kantieverhalen – Atlanta

Ha,

De computer die bij de receptie staat doet het inmiddels weer; waardoor ik nu wat meer op mijn gemak het volgende deel van mijn belevenissen op blog kan zetten. Zoals vanochtend al geschreven is de vlucht dus goed gegaan, detail was nog dat we zelfs -te vroeg- aankwamen op Atlanta, waardoor we moesten wachten op een plekje bij onze gate, die was nog bezet. Dat kan ik me met de 80.000.000 mensen per jaar (dat is dus 220.000 per dag!) wel voorstellen, dat dat allemaal heel strak geplanned is. Ook valt heel duidelijk op dat vliegen binnen de US voor de mensen veel gewoner is dan dat het voor ons is om te vliegen. Wat blijkt dus: je mag gewoon eten en drinken meenemen het vliegtuig in, dat wordt zelfs aangemoedigd. Je kunt dat namelijk tussen het boarden en de security-check in gewoon nog veelvuldig kopen; en allemaal ook in een ‘to-go’-variant. Dat moet je op Schiphol niet proberen :) Ook had de dienstdiende hoofdstewardess (of hoe dat ook moge heten) duidelijk een leuk gevoel voor humor (if you want to make compliments, visit www.delta.com. We’re an Orlando-based team. If you want to complain, we’re an SaltaLakeCity-based team); de omroepberichten logen er niet om. Verder was het ook heel duidelijk dat zowel JFK als Atlanta allebei Delta-hubs zijn, er vlogen -veel- Delta-mensen mee met de vlucht die duidelijk niet bij het actieve personeel behoorden. Overigens zaten die ook allemaal economy, en niet business class.

Maar goed, gisteren op een redelijk normale tijd (half 9 – 9 uur, zoiets) opgestaan, en ik zat meteen in het juiste ritme, gelukkig. Dus geen jetlag ofzo te pakken. Toen ben ik eerst langzaam richting het Centennial Olympic Park gelopen; om daar de tour te doen bij CNN. Die vond ik best interessant; je kon ook een blik werpen op de newsroom, en je zag heel leuk hoe de live-presentatie die er op dat moment was op tv terugkwam. Er zit niet eens een glazen wand tussen de presentatiedesk en de redactieruimte daarachter; ze werken met hele specifieke richtmicrofoons waardoor dat dus niet nodig is. En dat schijnt weer goed te zijn voor de betrokkenheid :) Ook doen ze tegenwoordig alles in HD, en is er ondanks dat er 3 camera’s zijn maar 1 cameraman, hij bedient alles op afstand. En het blijkt ook dat er in totaal een hele hoop zenders onder Turner vallen, niet alleen CNN (in alle varianten; inclusief een ‘headline news’), maar ook bijvoorbeeld TBS en Cartoon Network. Die laatste wist ik niet, altijd leuk om te leren. Daarna ben ik even blijven plakken in het Centennial Park; te kijken naar wat daar allemaal gebeurde. Dat was nogal wat: er werd van alles opgebouwd voor een of ander ‘Green Gala’ dat daar ‘s avonds zou plaatsvinden, en op een andere plek was een ‘lunchconcert’ aan de gang, dat ook niet onaardig was. Vrouw op zang, man begeleidend op gitaar, beetje soul-achtig. En toen liep ik langs de fonteinen, en begon daar in ene ook van alles aangekondigd te worden. Wat bleek: elke zoveel minuten volgt daar een fontein-representatie van bepaalde muziekstukken (die je ook hoort), helemaal op de maat en op toonhoogte gematched met de 5 olympische ringen, waar dan water uit kan komen. Erg leuk gedaan. Daarna helemaal de commerciele tour op gegaan: the world of Coca Cola. Ik kan het muziekje nog steeds dromen :-) Op zich erg grappig om het toch eens gezien te hebben, maar de tekst van de Lonely Planet was wel terecht: perhaps the most visited, but most overrated attraction. Wat wel grappig was dat je maar liefst 64 merken en drankjes die ze wereldwijd voeren kon proeven; maar je krijgt er alleen zo’n opgeblazen gevoel van :). Overigens blijkt ook hier duidelijk weer dat de enige echte manier om een cola te serveren in een restaurant is zoals ze dat hier doen: halve-liter glas vol met ijsblokjes kieperen, cola erbij, rietje erin, en klaar. Dan istie echt het lekkerst. Maar sweet tea wint het uiteraard wel; dat moge duidelijk zijn. Daarna ben ik richting Midtown afgereisd, om even lekker op een bankje te gaan zitten in het Piedmont Park. Dat was een heel goed idee. Het park heeft ergens kwa gevoel en gedachte wat weg van Central Park in New York, maar het is duidelijk wel Southern. Ik liep daar om een meer heen, en op een gegeven moment kwam ik bij een soort muziektempeltje op een brug aan, alwaar iemand best aardig zat te gitaarspelen. Varierend van allerlei country-dingen, folk-dingen, maar ook dingen als de Velvet Underground, noem maar op, er kwam van alles voorbij. Erg boeiend om met dat op de achtergrond naar een stel eenden en andere watervogels te staren, zonnetje erbij, heerlijk. Daarna ook nog met de man in gesprek gekomen, en dat was erg leuk. Hij heeft nog allerlei tips gegeven over waar ik wel en niet heen moest gaan, en meer van dat soort dingen. Leuk. Toen meteen maar een eet-tip van hem gaan uitproberen; een tent die ‘Ecco’ heet, ook in Midtown. Erg lekker eten, zoals ze zelf zeiden ‘Europees met een Southern accent’, en dat klopt ook wel. Pasta met pepers, stoofvlees, en meer van dat soort dingen. Enige tegenvaller was de cappucino; die had wel heul erg veel melk. Maar daar doe je dan weer weinig aan. Daarna teruggegaan naar het hotel; ik had wel weer genoeg indrukken opgedaan.

Vanochtend ben ik begonnen met het bezoeken van de public library (omdat gisteravond de computer hier bij de receptie helemaal gaar was), om snel even wat op internet te kunnen doen. Toen via Ellis Street richting het Martin Luther King-memorial gelopen. Daar een erg interessante tour gevolgd door zijn geboortehuis. Wat ik dus bijvoorbeeld niet wist, is dat hij uit een gegoede familie kwam; en helemaal niet arm was zelf; zoals ik altijd dacht. En zo zijn er nog wel meer hele interessante dingen te weten te komen daar. De hele buurt is zo onderhand opgekocht door de National Park Service. De mensen mogen er dan blijven wonen voor de prijs die ze vroeger betaalden; en de NPS renoveert de huizen helemaal naar de tijd waarin MLK opgegroeid is, basically de jaren 30. En dan krijg je hele aparte contrasten; van die grote pickuptrucks geparkeerd voor de deur van een houten shotgun-huis (wat is dat: een huis waarin de kamers allemaal de hele breedte van het huis beslaan, en je van voor naar achter door die kamers kan. Als je dan voor het huis staat, en schiet, dan moet de kogel er aan de achterkant weer uitkomen, en istie door alle kamers heengegaan). Sowieso is alles wat ik aan huizen gezien heb hier enkel en alleen van hout, hout, hout en nog eens hout. Daarna ben ik naar Buckhead gereisd, om naar het Altanta Historic Center te gaan, en dat was ook erg interessant. Ook weer een tour gevolgd, ditmaal een prive-tour omdat ik de enige was op dat tijdstip; door een oude boerderij uit de 19e eeuw. Ook was daar veel interessante informatie te vinden over de Civil War; en wat er met de indianen uit deze regionen gebeurd is, de bijbehorende Trail of Tears, en meer van dat soort dingen. Vervolgens hier in de buurt wat gegeten weer, en ik ga zo lekker smullen van het debat tussen McCain en Obama dat hier uiteraard groots op CNN te zien is, met voor- na- tussen- boven- en onderbeschouwingen.

Morgen is het tijd om te gaan reizen, en dat kan nog heel interessant gaan worden. Wat blijkt namelijk nou: als gevolg van Ike is er nog steeds een behoorlijk tekort aan benzine alhier; met als gevolg grote rijden voor de pomp; en vaak ook gewoon helemaal afgesloten tankstations, omdat het op is. Dat levert nogal verhitte diskussies op, maar als ik het allemaal goed begrepen heb is dit met name een ‘greater Atlanta’-probleem, dus als ik maar ver genoeg wegrij, heb ik er minder last van. De prijs ligt wel duidelijk goed boven de 4 dollar per gallon; maar ja, met deze koers mag ik niet klagen :).

Wat wel heel leuk is om ervaren te hebben hier in de stad is dat deze stad ontzettend autogericht is (alles draait om auto’s, zelfs de kaart van de metro heeft als referentiepunten de interstates opgenomen), maar dan zelf hem zonder auto te bekijken. Dan kom je toch ook in aanraking met een heel andere groep mensen dan dat je normaliter met de auto tegen zou komen. Wat wel opvalt is dat de daklozen hier vrij hardnekkig zijn in hun bedelgedrag; maar een ‘firm no’ doet wonderen, dan druipen ze wel af. Dat doe je na de 1e die je gezien hebt dus al meteen; en heb je er dus geen last van.

Ok, ik geloof dat ik verder op dit moment niet echt veel meer te melden heb, dus ik ga achteroverleunend naar de tv staren.

Speak soon, vanuit een andere plaats, en wellicht ook al wel een andere staat!