Alaska avontuur – deel 7

Voordat ik verder ga met het vertellen van de volgende dag; wil ik eerst nog even vertellen dat ik blij ben met alle fijne respons van jullie! Dat motiveert heel erg om dit vol te houden.

Wat ik nog vergeten was te vertellen over de vorige dag; is dat we daadwerkelijk een aardbevinkje meegemaakt hebben. Niets spannend, maar we waten ‘s avonds met z’n allen te eten, en toen voelde we dat er iets trilde. Althans, niet iedereen voelde het, maar toen het voorbij was, en ik zoiets had van: hmm, wat was dat voor iets raars? Nou, het zal wel, vertelde een van de gidsen dat we zojuist een klein aardbevinkje meegemaakt hadden. Heel apart. In feite hebben we er wel heel veel meer dan 1 meegemaakt (want je zit in een gebied dat nogal seismisch actief is); alleen de meesten zijn zo klein dat je ze simpelweg niet voelt.

De volgende ochtend was het op tijd opstaan, ontbijten, spullen inpakken en verzamelen, want de watertaxi zou om 8 uur ons weer op komen pikken. Nu was het wel 8 uur ‘Miller time’ wat zoveel betekende dat het ook 7 uur of 9 uur kon worden. Tevens moesten we zorgen dat we voor 2 nachten aan spullen bij ons in de dagrugzak zouden pakken (inclusief eventueel douche-spul; want de volgende lokatie had een douche! Gekkenhuis!), omdat we het laatste stuk naar de volgende overnachtingslokatie lopend af zouden leggen. De watertaxi was gelukkig niet al te veel te laat; en toen was het spullen inladen (de fameuze ketting weer); aan boord, en met z’n allen weer terug naar Miller’s Landing bij Lowell Point. Toen we alles weer netjes in de trailer gestopt hadden (of beter: Jay z’n logistieke wonderkunsten daar op losliet, rekening houdend met spullen die er als eerste weer uit zouden moeten), konden we vervolgens instappen voor een lange, lange rit. Eerst reden we weer terug richting Anchorage; waarbij we op dezelfde plaats als op de heenweg even een sanitaire stop gemaakt hebben, we de hoeveelheid alcoholische versnaperingen voor bij het kampvuur konden aanvullen, en weer door.

Rond de lunchtijd waren we weer terug in Anchorage; en het feit dat er dan opeens meer mensen dan alleen ons groepje rondlopen, andere auto’s rondrijden en meer van zulks is even vreselijk wennen na de afgelopen dagen. We werden gedropt bij een stripmall waar een grote outdoorshop (REI), een boekwinkel, een paar cafeetjes, etcetera zaten, zodat iedereen die dat wilde zich daar het komende uur makkelijk zou kunnen vermaken. De groep splitste zich al snel in hapklare brokken naar de diverse winkels; maar het eindresultaat was wel dat iedereen alle winkels gezien had, en een lekkere lunch genuttigd had. In de tussentijd regelden de gidsen verse benzine, vers eten, en meer van dat soort praktische zaken.

Na Anchorage reden we verder door naar het noorden. Eerst door Wasilla heen; een plaatsje dat bekend staat om de zogenamade Wasillabillies. Kent u de Hillbillies? Juist; niet al te intelligent volk. In Alaska hebben ze zich verzameld in Wasilla; en heten ze Wasillabillies. Er zijn zelfs speciale bumperstickers te krijgen dat je levend door het stadje heengekomen bent; dat zegt wel wat. Ohja. Wasilla is het stadje waar Sarah Palin burgemeester van geweest is en nog steeds woont. Het aantal kogelgaten in verkeersborden is in Wasilla daarentegen niet heel veel groter dan in de rest van de staat; maar dat komt puur omdat ze niet zo goed kunnen mikken. We konden goed doorrijden, en de sfeer in de bus was gezellig. Er werd weer veel muziek gedraaid, Jay vertelde de meest prachtige en bizarre verhalen (zo is hij in de lente bijna onder het ijs blijven hangen; toen hij z’n hond probeerde te redden die door het ijs gezakt was. Puur doordat-ie ooit survival-training gehad heeft, is-ie weer boven het ijs uit gekomen, met hond en al. En dat op een plek die totaal niet bereikbaar was vanaf de buitenwereld (het ijs was inmiddels te dun om een vliegtuig op te laten landen), dus dan ben je echt 100% op jezelf aangewezen). En daar was-ie dan vrij nuchter onder; maar ik vond het nogal wat.

Omdat we behoorlijk op tijd waren hadden we voldoende tijd om nog even in Talkeetna te kijken. Het is een vrij toeristisch dorpje (dat komt door de aanwezigheid van de Alaska Railroad); maar we hadden vanuit het dorp wel een prachtig uitzicht op Denali, voor het eerst deze keer. En op de Susitna River; een van de grotere rivieren in de staat, al is het maar een miniriviertje vergeleken met de machtige Yukon. Van daaruit reden we weer terug om uiteindelijk bij Trapper Creek in een soort roadhouse wat te gaan eten; in verband met de lange reis was er deze dag geen gelegenheid om zelf te koken. Velen hadden daar erg spijt van; het eten was prima binnen te houden, maar haalde bij lange na de kwaliteit van onze eigen kok niet. En het toetje (een of andere jello-ding) was voor velen een uitdaging. Maar ze hadden er koud bier; dus och…

Van daaruit gingen we een klein stukje terug, om vervolgs onze eerste echte dirtroad te pakken. Concreet betekent dat dus dat je een stuk langzamer rijdt; en dat de stof- en grintdampen je om de oren vliegen. Bumperkleven is een probleem dat op dergelijke wegen totaal niet bestaat; je zou wel gek zijn als je dat zou proberen! Het hobbelde en schudde allemaal behoorlijk; echt heel comfortabel was het niet. Onderweg wel nog een keer een fotostop gemaakt; omdat -de- berg (Denali in de volksmond / Mount McKinley op de kaart) weer zichtbaar was. Er was ons duidelijk gemaakt dat de kans dat je ‘m wolkenloos zou kunnen zien bijzonder klein was, maar dit was al de tweede maal vandaag. We prijsden onszelf gelukkig! Uiteindelijk kwamen we bij een grotere grintbak aan, waar we de auto’s parkeerden. Daar was het tijd om de bagage op onze rug te gooien, waarbij de gidsen nog even wat extra meenamen (want het verse eten moest ook meegesleept), en was het tijd om het laatste avontuur van de dag te beginnen: een wandeling van ongeveer een uur door de toendra en de wildernis heen, op weg naar onze volgende overnachtingslokatie.

Na zo’n lange reisdag werden we al vrij snel jolig, dus kwamen er allemaal wandelliederen naar boven; dus bang zijn voor beren en ander wild (elanden bijvoorbeeld) hoefden we niet te zijn, ik vermoed dat ze ons al van grote afstand aan hoorden komen. Wel hebben we verse pootafdrukken van een eland gevonden in de modder op het pad (het is toendra, dus altijd vochtig, omdat het water niet weg kan. De laag eronder is simpelweg nog helemaal bevroren, en zal dat ook wel blijven, het heet niet voor niets permafrost). Uiteindelijk kwamen we bij een klein riviertje, of een forse beek, net hoe je het noemen wilt, aan. Daar lag een kano (geen kajak) op de kant, waar 1 van de gidsen mee naar de overkant peddelde. Aan de overkant lag een soort vlot, waar je met een aantal mensen tegelijk op kon staan, en door aan een touw te trekken, kon je jezelf naar de overkant halen. Op die manier zijn we met z’n allen in een paar etappes naar de overkant gegaan. Gelukkig hadden we geen geit, kool en wolf bij ons, anders was het nog een lastige puzzel geworden aan het einde van de dag.

‘s Avonds was het verder relaxen, bedden opmaken in het chalet (de bovenetage was opgedeeld in slaapkamers met stapelbedden; beneden was een gezellige huiskamer, in Oostenrijkse stijl), en vooral: douchen. Dit was de eerste lokatie waar dat een beetje met comfort kon (nouja, het water had 2 standen: kokend heet of loeiheet) kon. Dat was dus een mooie filevorming; maar dat gaf niet.

De uitgebreide route van vandaag: (zoom vooral in voor details; het is nogal een afstand in totaal)


View Alaska avontuur – deel 7 in a larger map