Alaska avontuur – deel 12

De volgende ochtend stonden we redelijk op tijd op; en konden we gebruik maken van een enorm ontbijtbuffet. Dat was, net als het avondeten de avond ervoor, ontzettend goed geregeld. Ze wisten hier wel hoe je de inwendige mens moet versterken! Eieren in allerlei soorten en maten (gebakken, gekookt, omelet, etc, etc, etc.), worstjes, enorme salade- en fruitverzamelingen, yogurts, en veeeeel koffie. Helaas niet al te sterke (op dit soort momenten was het gemis aan Jay-coffee groot), maar hij werd wel automatisch en vanzelf bijgevuld. Kortom, daar konden we wel wat mee!

Vervolgens was het tijd om een lunchpakket samen te stellen; want we zouden die dag een mooi eind gaan wandelen. Nadat iedereen z’n spulletjes verzameld had hiervoor, reden we met z’n allen ongeveer 45 minuten terug de Denali Highway op; om daar vervolgens op een parkeerplaats de auto’s kwijt te kunnen. Het was droog, maar iedereen had wel voor de zekerheid regenkleding; hoezen voor over de rugzak en dat soort zaken bij zich. Er bleef flink wat bewolking in de lucht hangen, en met z’n bergketen als decor tijdens de wandeling wist je zeker dat er kansen waren op regen.

In het begin volgden we een zogenaamde ATV-track; waar je dus gemakkelijk kon lopen. We liepen boven op een soort heuvelrugje langs; waardoor het allemaal uitermate ontspannen liep. Hier was het vooral zaak om op het pad te blijven wandelen. Op een gegeven moment houdt het pad op; en wandel je verder de toendra op. Dat was ook hier duidelijk wel een heel apart gevoel; want de grond veert helemaal. Het is wat veenachtig waar je overheen loopt; en dat komt met name omdat het water dat er is, niet weg kan, omdat de grond daaronder hard bevroren is (permafrost). Ook betekent dat dat bij het ontdooien in de lente de grond wat uitzet; en dat je dus allemaal ‘pollen’ krijgt die uitsteken boven het grasland. Dus je moest wel goed uitkijken waar je je voeten neerzette!

Op de toendra was het juist ook zaak om zoveel mogelijk uit te waaieren, en niet met z’n allen achter elkaar te blijven lopen; ook om weer te zorgen dat we zo min mogelijk aan natuur zouden beschadigen. Onderweg tref je dan de prachtigste vergezichten aan, een meertje af en toe, en zo ging het maar door met alle pracht. Uiteindelijk kwamen we bij een bergje aan, waar ze nog even stevig naar boven mochten klimmen, en we bovenop die heuvel (nouja, eigenlijk bovenop een soort pas, het was het laagste hoge punt daar om verder te komen) onze lunch konden gaan verorberen. Daar waren we ook wel aan toe! Het uitzicht vanaf daar was wederom verbluffend te noemen. In de verte zie je de gletsjers weer naar beneden komen, veel kleuren, en van regen hadden we eigenlijk geen last gehad.

Dat laatste zegt overigens niks, want het weer juist specifiek in dat stuk van Alaska is ontzettend veranderlijk. Ze zeggen daar ook wel: als het weer je niet bevalt, wacht 15 minuten of rij 15 mijl verderop; en het is anders. En dat allemaal omdat je tegen een stevige bergketen aangeplakt zit.

Na de lunch splitste de groep zich op in 2 stukken; de eerste helft zou de kortere route terugnemen, en de tweede groep zou om de berg waar we naast gelunched hadden heenlopen; en dan via een omtrekkende beweging weer aansluiting zoeken bij de eerste groep. Ik koos ervoor om de ‘lange’ route te lopen; want het liep allemaal lekker en prima; dus ik kon nog best wel wat hebben. We begonnen met een vrij stijle afdaling; waar je, als je beneden staat en omhoog kijkt, denkt: jamaar, waarom zijn we niet gigantisch naar beneden gegleden? De ondergrond op dat stuk bestond allemaal uit losse stenen, die in grote hoeveelheden bovenop elkaar lagen; grote potentie tot glijpartijen. Maar dankzij schoenen met veel grip kom je daar dus zonder problemen overheen naar beneden. En uiteraard moesten we een stukje verderop weer aardig omhoog, maar de uitzichten waren veel waard.

Onderweg kom je ook de meest rare dingen tegen, zoals een half in de grond verdwenen gewei, een paar onderdelen van een compleet karkas van een caribou; uiteraard ook vele levende caribou, veel sporen die je kon volgen, etcetera.

Al vrij snel kwamen we de andere groep weer tegen, en trokken we gezamenlijk verder door weer terug richting de plek waar we de auto’s geparkeerd hadden. Langzaam maar zeker begon zich weer een pad te vormen. Echter begonnen ook langzaam maar zeker een paar wolkenpartijen flinke dreigingen los te laten op ons; en hebben we een paar druppels meegepikt. De echte buien vielen gelukkig letterlijk naast ons, je kon het op een paar honderd meter afstand behoorlijk flink zien regenen, maar wij bleven eigenlijk gewoon droog. En toen terug naar de auto; wachten totdat iedereen binnen was, en moe maar voldaan de rit terug naar Tangle Lakes aanvaarden.

We konden daar gelukkig weer heerlijk douchen; na zo’n dag had je daar wel behoefte aan. En vervolgens hebben we ‘s avonds weer ontzettend lekker zitten bunkeren (dat lukt na zo’n wandeldag; we gokken een km of 21 in totaal), en moest de karaoke uiteraard weer goed uitgeprobeerd worden. Moe maar voldaan gingen we slapen.

Het kaartje van vandaag:


View Alaska avontuur – deel 12 in a larger map

Alaska avontuur – deel 11

De volgende ochtend stond weer in het teken van het opbreken van het tentenkamp; we zouden weer een forse rijdag tegemoet gaan. En niet zomaar een rijdag; maar wel een hele bijzondere: de Denali Highway. Deze weg is enkel aan het begin en aan het einde verhard, en op alle tussengelegen stukken is het een echte heuse dirtroad. Kortom, veel tijd, weinig afstand. Nadat we allemaal ontbeten hadden en de spullen ingepakt en opgeruimd, was het tijd om eens te gaan vertrekken. De Denali Highway was vroeger ook de enige weg naar het Denali National Park toe; en dat moet toen geen pretje geweest zijn! De weg die we naar het noorden toe genomen hebben (de George Parks Highway) is pas in de jaren 70 aangelegd; kun je nagaan!

Onderweg was het weer niet altijd even best; maar rijdend in de bus hadden we daar niet bijster veel last van. Alleen werd de buitenkant er niet heel veel schoner op. Meest bizarre dat we onderweg tegenkwamen was een groep fietsers! Je zou het niet verzinnen. Onderweg bij een willekeurige campground even de boel geparkeerd en de lunchtafel uitgestald; zodat iedereen lekker kon lunchen. Verderop in de middag, na weer een flink stukje gereden te hebben, waar overigens duidelijk te merken was dat de buien niet over de machtige Alaska Range heen konden komen, kwamen we bij een hondenkennel uit. De eigenaar hiervan was een bijzondere man; hij en z’n vrouw hadden al meerdere malen meegedaan aan de grote sleehondenraces die er in dat gebied zijn: niet alleen de beruchte Iditarod; maar ook de Yukon Quest. Die laatste is eigenlijk nog net iets heftiger dan de Iditarod; en heeft een afstand van maar liefst 1000 mijl, die in 10 tot 20 dagen afgelegd wordt. Vrij krankzinnig dus, want uiteraard zijn die races gewoon in hartje winter, met extreem lage temperaturen.

In totaal waren er in deze kennel ongeveer 60 honden, die allemaal, al dan niet aan de ketting, een eigen “huisje” hebben. Dat wisselt wel per dag om te voorkomen dat ze territoriumdrift krijgen, en een groot aantal ervan wordt daadwerkelijk getrained voor de sleehondenraces. Maar tegelijkertijd is het ook het lokale asiel, waar honden gebracht kunnen worden, maar vaak ook weer opgehaald worden als ze bijvoorbeeld te oud zijn om nog verder te racen. Het zag er in ieder geval allemaal goed verzorgd en vol liefde voor de honden ingeregeld uit; ook zeker door alle verhalen die verteld werden. Erg interessant om eens te zien!

Daarna zijn we verder doorgereden richting de Tangle River Inn; een motel/restaurant/bar/bandenshop/vanalles ergens in the middle of nowhere. De lokatie bestaat omdat er vrijwel continu klandizie is van een geologische ploeg vanuit de overheid; die in de buurt aan het boren, meten, etcetera zijn. En dat al vele tientallen jaren lang. Ook ligt verderop de fameuze oliepijpleiding die dwars door Alaska heenloopt; waar de onderhoudsmensen ook onderdak van nodig hebben. En je kan natuurlijk prima wandelen/kanoen/etcetera in de buurt. Vlak voordat we weer bij het asfalt uitkwamen ging echter de band van onze aanhanger kapot; die ging letterlijk in rook op. Al doorhobbelend (stilstaan in een bocht net na een blinde hoek is niet echt aanbevelenswaardig) hebben we het eindstation gehaald; en gelukkig konden we daar dus zo gewoon een nieuwe band kopen.

Hier overnachtten we weer in kamers; en niet in de tenten (luxe!); dus was het kamers verdelen, spullen plaatsen en door naar het hoofdgedeelte van het gebouw om daar lekker een hapje te gaan eten. Dat was een soort warm buffet, waar ze ook de exclusieve Copper River Red Salmon serveerden, rode zalm uit de Copper River. Dat is, volgens de overlevering, de allerlekkerste zalm ter wereld. Sindsdien ben ik dus verwend, en moet zalm wel goed z’n best doen om hier ook maar een beetje bij in de buurt te komen. Wat ontzettend lekker!

Na het eten zijn we nog wat in de lokale bar blijven plakken (“we don’t dial 911” op een bordje, met een houtsnijwerk van een pistool erbij; het hele restaurant hing vol met foto’s van allemaal Republikeinse presidentskandidaten, inclusief handtekening; de eigenaresse was een fors donateur van campagnes), waar ook een karaoke-set stond. Daar hebben we met z’n allen veel lol aan beleefd. Verbazingwekkend was ook toen de eigenaresse zelf nog een keer ging zingen. Ze zong vroeger in de Tweede Wereldoorlog voor de Amerikaanse troepen in Europa; en had dus wel het een en ander meegemaakt. En het zingen was ze, ondanks de hoge leeftijd, nog absoluut niet verleerd! Moe en tevreden gingen we uiteindelijk slapen.

De route van vandaag:

View Alaska avontuur – deel 11 in a larger map

Alaska avontuur – deel 10

De volgende ochtend was het dus erg erg vroeg uit de veren. Al viel het op zich mee, kwa opstaan, want het was gewoon alweer licht; zelfs niet eens schemerig, nee, de zon was al duidelijk op. Ik was weliswaar op tijd m’n tent in gekropen; maar toen duidelijk nog niet moe genoeg. Dan lig je dus te kijken naar allemaal rondvliegende insecten die zich tussen de buiten- en binnentent bevinden. Dan ben je blij dat die binnentent er is :)

Ik bleek niet de enige te zijn die wel wat gaar wakker werd: onze gidsen waren gisteravond nog even een drankje wezen doen in de kroeg aan de overkant, en hadden best moeite met wakker worden. Dat betekende concreet dat we het zonder onze ochtend-koffie moesten doen! Dat viel niet bij iedereen even goed. Maar goed, lunchpakket en alles mee, en op naar Denali National Park (& Preserve, hoort er officieel nog achter, maar dat sla ik vanaf nu maar over, want dat is me teveel tiepwerk). Daar waren we netjes op tijd voor het vertrek van onze bus; al kregen we nog even heel erg duidelijk uitgelegd dat als we met z’n allen in de rij moesten gaan staan wachten voor de bus naar Eielson, zo’n rij netjes langs de rand loopt, 1 voor 1 achter elkaar, en niet gewoon een zootje ongeregeld dat maar gewoon een beetje bij elkaar staat. Jay voelde zich erg schuldig over de koffie, dus kreeg iedereen nog een kop getracteerd van ‘m, dat was erg fideel!

Je mag Denali National Park alleen maar in met speciale bussen; en niet met eigen vervoer (op 2 dagen per jaar na, geloof ik). Dat is met name zo bedoeld om te voorkomen dat alle wilde dieren gaan wennen aan de aanwezigheid van mensen, en daar op anticiperen. De natuur moet zoveel mogelijk de natuur blijven. In de bussen gelden ook strenge regels: de raampjes kunnen open (het zijn een soort typisch Amerikaanse schoolbussen), maar het is ten strengste verboden om met je handen buiten het raam te komen. Dat zorgt ervoor dat de dieren de mensen gaan ruiken, en eventueel gaan associeren met eten, en dat is zowel voor de mensen als voor de dieren erg gevaarlijk. Aan de andere kant zorgen deze strenge regels er wel voor dat de dieren zich niks aantrekken van de rondrijdende bussen, en heb je dus inderdaad de kans om veel wild te zien.

Toen alle instructies gegeven waren, gingen we op weg. Ook hier mochten onze eigen gidsen niet mee, maar dat gaf hun weer de gelegenheid om andere zaken te regelen (er was de vorige dag een band lekgeraakt; dus nu moest er een nieuwe reserveband geregeld worden bijvoorbeeld; dat klusje bleek achteraf bijna een hele dag gekost te hebben). De enige weg in het park wordt al vrij vlot (tot het punt dat je met de auto niet meer verder mag) onverhard en smal. Vangrails? Neuh. Dat betekende concreet dat de chauffeur erg goed op de weg moest letten, want er kunnen natuurlijk tegenliggers komen. Ook was 1 van de regels dat als iemand iets zag, je heel hard ‘stop’ moest roepen, dan stopte de bestuurder, en kon je foto’s maken etc. En hij vertelde uiteraard ontzettend veel over waar we allemaal doorheen reden, over de beesten die we onderweg zagen en de historie van het park.

Een van de eerste dieren die opgemerkt werd was een heuse grizzly-beer. Ik zelf was degene die ‘m als eerste zag, daar was ik stiekem wel trots op. Verder hebben we nog vele caribou, nog een paar grizzly’s, een wolf, vel “dall sheep”, bald eagles enzovoorts gezien. Het was een en al pracht! Ergens was zelfs een karkas te zien van een caribou, waarvan duidelijk was dat een paar wolven dit beest te grazen hadden genomen. Binnen een dag was het hele karkas kaalgevreten, en nu was er een grizzly met het gewei er van tussen gegaan om nog de restjes er vanaf te peuzelen. En dat allemaal vanaf de weg te zien; erg indrukwekkend. De kleuren van de bergen, de valleien, de landschappen, de rivieren (we zijn ook de rivier die in Into the Wild een rol speelt overgestoken; hemelsbreed zijn we erg dicht bij de fameuze bus geweest), het is allemaal zo ontzettend prachtig. De eindbestemming was Eielsen Visitor Center; waar we wederom een goed uitzicht hadden op Denali.

Daar splitste de groep zich op in twee delen: je kon er een (korte) wandeling maken, en met een latere bus weer terug, of je kon na een half uurtje/uurtje met de bus weer terug. De meesten kozen voor de eerste variant; want de reis terug zou zeker nog weer een uur of wat duren. Als je met een latere bus zou reizen, was het niet helemaal zeker of je dan op tijd terug zou zijn voor de ophaalafspraak, en onze reservering was voor de huidige bus. Veel te veel gedoe eigenlijk om over na te denken op zo’n prachtige lokatie, dus maar gewoon voor de zekere optie gekozen, en ook op de terugweg weer heel erg veel gezien, al begon langzaam maar zeker wat bewolking te vormen.

We waren natuurlijk wat te vroeg om opgepikt te worden; maar we konden ons nog wel prima vermaken. De rest van de groep kwam eigenlijk al vrij vlot ook weer terug bij het Visitors Center aan, en konden we gezamenlijk terug naar de camping. Hier maakten we wederom een wandeling naar de bevers (even de benen strekken na een lange zit is fijn!) en zijn we naar de overkant van de weg gelopen; waar een lokale pizzeria/kroeg/bar/van alles was. Daar hebben we overheerlijke pizza’s gegeten, genoten van het versgetapte bier en een hilarische vorm van tafelvoetbal gespeeld, zonder ons wat aan te trekken van de officiele regels. Of je won of verloor, dat maakte allemaal niet uit. Erg grappig was om aan de bar een volgend rondje te bestellen, en opeens in het Nederlands te horen dat ik een prachtig accent had. Bleek er dus een Gronings meisje in d’r up rond te trekken. Best een dappere onderneming! Maar wel met prachtige verhalen.

Omdat we zo vroeg opgestaan waren viel het doek voor de meeste mensen toch al redelijk op tijd; dus rond een uur of 10 ‘s avonds zijn we teruggewandeld naar de overkant (toch even goed uitkijken bij het oversteken, want als je per ongeluk zo’n enorme vrachtwagen mist, zou dat net jammer zijn), de tent in gedoken en lekker gaan slapen.

Het kaartje van vandaag:


View Alaska avontuur – deel 10 in a larger map