Alaska avontuur – deel 9

De volgende ochtend was het alweer tijd om te vertrekken vanaf deze heerlijke afgezonderde lokatie, en het Denali View Chalet gedag te zeggen. Dat betekende dus spullen pakken; en weer met al onze spullen de tocht terug naar de auto maken. Omdat niet al het afval e.d. in 1x meekon, had Jay de vorige dag al “even” heen-en-weer gelopen om spullen te droppen en vers eten te halen. Daar draaide-ie z’n hand niet voor om, want hij deed het in een behoorlijke recordtijd. We troffen verderop in een wat opener plek nog een paar elanden aan, maar die schrokken van ons en zijn dus snel ervandoor gegaan. De mensen achteraan de groep hebben ze dus helaas niet meer kunnen zien, toch zonde!

De groep heeft gemiddeld genomen een aardige conditie (dat is wel eens minder geweest, zo werd ons verteld), en we waren dus lekker op tijd bij de auto. Daar mochten we eerst weer het stuk onverharde weg terug naar de “grote” weg. Toen hebben we koers gezet verder naar het noorden, waar we op een grote parkeerplaats (Denali View South) de lunch hebben geprepareerd. Omdat het -de- weg is naar Denali National Park toe is, tref je daar dus opeens weer een hoop meer mensen aan, en duidelijk ook mensen die het niet gewoon zijn om in tenten zo’n tocht te maken, maar alles lekker vanuit de auto doen. Moet je nagaan hoe ik daar nu over denk, terwijl ik een jaar eerder ook zo’n persoon was: alles vanuit de auto regelen, maar wel waar mogelijk zoveel mogelijk ging wandelen. Het uitzicht overigens vanaf deze lokatie was weer adembenemend; een hele dreigende groep bergen was goed zichtbaar.

Van daaruit reden we door naar het park zelf; want we waren behoorlijk op tijd. In het Visitors Center konden we een mooie film zien over het hoe en waarom van het park; erg erg mooi allemaal. Wat dan wel weer typisch is: de gidsen mogen absoluut niet gidsen binnen het park; en zelfs dus ook niet mee met het kijken van de film. Heel apart. Dat gaf ze overigens wel weer de gelegenheid om nog een boodschap te regelen en meer van zulks. Op de achtergrond is het begeleiden van zo’n reis duidelijk nog een hoop last-minute geregel, afstemmen wanneer welke activiteit uitgevoerd kan worden, etcetera. Door dit soort constructies konden ze dergelijke zaken allemaal regelen zonder er ons mee te vermoeien, netjes geregeld!

Daarna zijn we een klein stukje terug gereden naar het gehucht (veel meer is het niet) Carlo Creek. Daar was een camping (niet als zodanig bekend; ze accepteren alleen nog maar groepen die ze kennen, om geen gedonder te krijgen), voorzien van alle gemakken. Er stonden zelfs stroompaaltjes bij de diverse plaatsen. Gelukkig werkten die allemaal niet, anders was onze schok te groot geweest. Het sanitair en andere voorzieningen hier waren verder perfect geregeld; heerlijke douches, goede plekken om je tent neer te zetten (onder een groot afdakje, zelfs), dus er werden al snel waslijnen enzo gespannen om hier even goed gebruik van te maken.

Het eten was uiteraard weer als vanouds lekker en gezond; en we mochten direct na het eten alvast een lunchpakket voor de volgende ochtend klaarmaken, want de wekker zou om 5 uur ‘s ochtends alweer gaan voor de excursie Denali in, de volgende dag. Ook hebben we nog een hele korte wandeling naar de ander kant van het terein gemaakt (dat mocht absoluut niet alleen; voor je het weet zou je een beet tegen kunnen komen) om het werk van een aantal bevers te aanschouwen. Dat was best mooi. De avond brachten we verder door onder het genot van wederom een kampvuur, een wijntje erbij, en het leven was goed. We gingen gezien het feit dat we midden in de nacht moesten opstaan wel op tijd slapen.

De route van vandaag:


View Alaska avontuur – deel 9 in a larger map

Alaska avontuur – deel 8

Dit was duidelijk weer een lokatie waar het hele fenomeen tijd en dergelijke niet relevant zijn. Er was 1 uitzondering ten op zichte van de vorige keer: er was stroom. Weliswaar moest er daarvoor een generator worden opgestart; maar de enige praktische reden dat je stroom nodig had, was dat de waterpomp die aanwezig was om het water omhoog te pompen (het huisje lag op een heuveltje), op elektriciteit werkte. Concreet ging ‘s ochtends de generator even aan om de accu’s op te laten, en dat was het wel weer. Verlichting en dergelijke werkte gewoon netjes op gas. Het chalet was heel Oostenrijks ingericht, je waande je bijna in de Alpen. De reden hiervan was ook wel vrij logisch: het is ooit gebouwd door een Oostenrijker. In de zomer is het erg lastig te bereiken, de enige manier om er te komen is lopend. In de winter gaat dat allemaal iets makkelijker, omdat dan alles bevroren is, en vol ligt met grote hoeveelheden sneeuw. Dan is het een kwestie van de sneeuwscooter volladen, en gaan. Daarom hoefden we alleen maar de verswaren mee te nemen hier naar toe; van de bulkspullen waren er grote voorraden, die dan ‘s winters steeds weer aangevuld worden. Denk aan rijst, pasta, etcetera.

De volgende ochtend hadden we daar meteen profijt van, want we kregen pannekoeken voor ontbijt. Dat ging er uiteraard wel in! Nadat we op ons gemakje dat allemaal hadden opgegeten, was het tijd voor een stukje wandelen. Dat was een interessante uitdaging, want er waren geen wandelpaden. Dan kom je dus uit op iets dat ‘bushwacking’ gedoopt is, wat concreet neerkomt op: als je linksaf wilt, ga je linksaf. Je loopt dan dus dwars door alles heen; uiteraard wel via de weg van de minste weerstand. In de bosachtige gebieden, waar je door de struiken enzo moet, probeer je dan wat wildpaden te volgen, en op de meer toendra-achtige stukken probeer je vooral breeduit te lopen, om niet een vast pad uit te slijten, want daarmee beschadig je dan te veel. Het was echt prachtig om zoveel mooie natuur zo dichtbij te zien! Je ontkwam er niet aan om links en rechts een orchidee plat te stampen, zoveel als er stonden.

We vonden ook een bijzonder kikkertje, de zogenaamde ‘wood frog’, die de bijzondere eigenschap heeft in de winter in te vriezen, en dan in de lente weer te ontdooien. Dat gaat bij niet veel levende wezens goed, zeg maar, maar dit beestje kan er tegen. Ook troffen we weer diverse wildsporen aan, burchten van bevers, en ook heel veel werk van ze (complete dammen met alles erop en eraan), dus het was prachtig. En uiteraard regelmatig een mooie blik op Denali.

De rest van de dag stond in het teken van ontspanning. Sommige mensen klommen in een kano om een rondje over het bijgelegen meer te maken; sommigen gingen zelfs zwemmen. Met een boek in het zonnetje vaker naar Denali staren dan naar de bladzijdes in het boek was de invulling die ik er zelf aan gaf. ‘s Avonds stookten we een mooi kampvuur, en konden we wederom genieten van een prachtig wolkenvrij uitzicht op de drie grote bergen die je naast elkaar aan de horizon zag: Mt Foraker (17400 ft/5304 m), Mt Hunter (14573 ft/4442 m) en Denali (20320 ft/6194m). Ze torenden met een compleet witte bovenkant uit boven alle andere bergen, en vormden een prachtig decor. Toen aan het einde van de avond, of eigenlijk, begin van de nacht, de zon onderging, gaf dat een prachtig kleurenspel. We konden tevreden gaan slapen.

Het kaartje vandaag stelt niet zoveel voor, vooral omdat de rondwandeling niet veel meer dan een educated guess is.


Alaska avontuur – deel 8 weergeven op een grotere kaart

Alaska avontuur – deel 7

Voordat ik verder ga met het vertellen van de volgende dag; wil ik eerst nog even vertellen dat ik blij ben met alle fijne respons van jullie! Dat motiveert heel erg om dit vol te houden.

Wat ik nog vergeten was te vertellen over de vorige dag; is dat we daadwerkelijk een aardbevinkje meegemaakt hebben. Niets spannend, maar we waten ‘s avonds met z’n allen te eten, en toen voelde we dat er iets trilde. Althans, niet iedereen voelde het, maar toen het voorbij was, en ik zoiets had van: hmm, wat was dat voor iets raars? Nou, het zal wel, vertelde een van de gidsen dat we zojuist een klein aardbevinkje meegemaakt hadden. Heel apart. In feite hebben we er wel heel veel meer dan 1 meegemaakt (want je zit in een gebied dat nogal seismisch actief is); alleen de meesten zijn zo klein dat je ze simpelweg niet voelt.

De volgende ochtend was het op tijd opstaan, ontbijten, spullen inpakken en verzamelen, want de watertaxi zou om 8 uur ons weer op komen pikken. Nu was het wel 8 uur ‘Miller time’ wat zoveel betekende dat het ook 7 uur of 9 uur kon worden. Tevens moesten we zorgen dat we voor 2 nachten aan spullen bij ons in de dagrugzak zouden pakken (inclusief eventueel douche-spul; want de volgende lokatie had een douche! Gekkenhuis!), omdat we het laatste stuk naar de volgende overnachtingslokatie lopend af zouden leggen. De watertaxi was gelukkig niet al te veel te laat; en toen was het spullen inladen (de fameuze ketting weer); aan boord, en met z’n allen weer terug naar Miller’s Landing bij Lowell Point. Toen we alles weer netjes in de trailer gestopt hadden (of beter: Jay z’n logistieke wonderkunsten daar op losliet, rekening houdend met spullen die er als eerste weer uit zouden moeten), konden we vervolgens instappen voor een lange, lange rit. Eerst reden we weer terug richting Anchorage; waarbij we op dezelfde plaats als op de heenweg even een sanitaire stop gemaakt hebben, we de hoeveelheid alcoholische versnaperingen voor bij het kampvuur konden aanvullen, en weer door.

Rond de lunchtijd waren we weer terug in Anchorage; en het feit dat er dan opeens meer mensen dan alleen ons groepje rondlopen, andere auto’s rondrijden en meer van zulks is even vreselijk wennen na de afgelopen dagen. We werden gedropt bij een stripmall waar een grote outdoorshop (REI), een boekwinkel, een paar cafeetjes, etcetera zaten, zodat iedereen die dat wilde zich daar het komende uur makkelijk zou kunnen vermaken. De groep splitste zich al snel in hapklare brokken naar de diverse winkels; maar het eindresultaat was wel dat iedereen alle winkels gezien had, en een lekkere lunch genuttigd had. In de tussentijd regelden de gidsen verse benzine, vers eten, en meer van dat soort praktische zaken.

Na Anchorage reden we verder door naar het noorden. Eerst door Wasilla heen; een plaatsje dat bekend staat om de zogenamade Wasillabillies. Kent u de Hillbillies? Juist; niet al te intelligent volk. In Alaska hebben ze zich verzameld in Wasilla; en heten ze Wasillabillies. Er zijn zelfs speciale bumperstickers te krijgen dat je levend door het stadje heengekomen bent; dat zegt wel wat. Ohja. Wasilla is het stadje waar Sarah Palin burgemeester van geweest is en nog steeds woont. Het aantal kogelgaten in verkeersborden is in Wasilla daarentegen niet heel veel groter dan in de rest van de staat; maar dat komt puur omdat ze niet zo goed kunnen mikken. We konden goed doorrijden, en de sfeer in de bus was gezellig. Er werd weer veel muziek gedraaid, Jay vertelde de meest prachtige en bizarre verhalen (zo is hij in de lente bijna onder het ijs blijven hangen; toen hij z’n hond probeerde te redden die door het ijs gezakt was. Puur doordat-ie ooit survival-training gehad heeft, is-ie weer boven het ijs uit gekomen, met hond en al. En dat op een plek die totaal niet bereikbaar was vanaf de buitenwereld (het ijs was inmiddels te dun om een vliegtuig op te laten landen), dus dan ben je echt 100% op jezelf aangewezen). En daar was-ie dan vrij nuchter onder; maar ik vond het nogal wat.

Omdat we behoorlijk op tijd waren hadden we voldoende tijd om nog even in Talkeetna te kijken. Het is een vrij toeristisch dorpje (dat komt door de aanwezigheid van de Alaska Railroad); maar we hadden vanuit het dorp wel een prachtig uitzicht op Denali, voor het eerst deze keer. En op de Susitna River; een van de grotere rivieren in de staat, al is het maar een miniriviertje vergeleken met de machtige Yukon. Van daaruit reden we weer terug om uiteindelijk bij Trapper Creek in een soort roadhouse wat te gaan eten; in verband met de lange reis was er deze dag geen gelegenheid om zelf te koken. Velen hadden daar erg spijt van; het eten was prima binnen te houden, maar haalde bij lange na de kwaliteit van onze eigen kok niet. En het toetje (een of andere jello-ding) was voor velen een uitdaging. Maar ze hadden er koud bier; dus och…

Van daaruit gingen we een klein stukje terug, om vervolgs onze eerste echte dirtroad te pakken. Concreet betekent dat dus dat je een stuk langzamer rijdt; en dat de stof- en grintdampen je om de oren vliegen. Bumperkleven is een probleem dat op dergelijke wegen totaal niet bestaat; je zou wel gek zijn als je dat zou proberen! Het hobbelde en schudde allemaal behoorlijk; echt heel comfortabel was het niet. Onderweg wel nog een keer een fotostop gemaakt; omdat -de- berg (Denali in de volksmond / Mount McKinley op de kaart) weer zichtbaar was. Er was ons duidelijk gemaakt dat de kans dat je ‘m wolkenloos zou kunnen zien bijzonder klein was, maar dit was al de tweede maal vandaag. We prijsden onszelf gelukkig! Uiteindelijk kwamen we bij een grotere grintbak aan, waar we de auto’s parkeerden. Daar was het tijd om de bagage op onze rug te gooien, waarbij de gidsen nog even wat extra meenamen (want het verse eten moest ook meegesleept), en was het tijd om het laatste avontuur van de dag te beginnen: een wandeling van ongeveer een uur door de toendra en de wildernis heen, op weg naar onze volgende overnachtingslokatie.

Na zo’n lange reisdag werden we al vrij snel jolig, dus kwamen er allemaal wandelliederen naar boven; dus bang zijn voor beren en ander wild (elanden bijvoorbeeld) hoefden we niet te zijn, ik vermoed dat ze ons al van grote afstand aan hoorden komen. Wel hebben we verse pootafdrukken van een eland gevonden in de modder op het pad (het is toendra, dus altijd vochtig, omdat het water niet weg kan. De laag eronder is simpelweg nog helemaal bevroren, en zal dat ook wel blijven, het heet niet voor niets permafrost). Uiteindelijk kwamen we bij een klein riviertje, of een forse beek, net hoe je het noemen wilt, aan. Daar lag een kano (geen kajak) op de kant, waar 1 van de gidsen mee naar de overkant peddelde. Aan de overkant lag een soort vlot, waar je met een aantal mensen tegelijk op kon staan, en door aan een touw te trekken, kon je jezelf naar de overkant halen. Op die manier zijn we met z’n allen in een paar etappes naar de overkant gegaan. Gelukkig hadden we geen geit, kool en wolf bij ons, anders was het nog een lastige puzzel geworden aan het einde van de dag.

‘s Avonds was het verder relaxen, bedden opmaken in het chalet (de bovenetage was opgedeeld in slaapkamers met stapelbedden; beneden was een gezellige huiskamer, in Oostenrijkse stijl), en vooral: douchen. Dit was de eerste lokatie waar dat een beetje met comfort kon (nouja, het water had 2 standen: kokend heet of loeiheet) kon. Dat was dus een mooie filevorming; maar dat gaf niet.

De uitgebreide route van vandaag: (zoom vooral in voor details; het is nogal een afstand in totaal)


View Alaska avontuur – deel 7 in a larger map